Onze website gebruikt functionele en analytische cookies. Meer informatie

Hero
Home » Verhalen » Guus

Guus, stimuleert en steunt relocatie programma’s voor mensenrechtenverdedigers

Interview door Noah Wánebo

Guus van Zwoll is mede oprichter en voormalig coördinator van Shelter City, ons relocatie programma voor mensenrechtenverdedigers. Lees hier meer over Guus, hoe Shelter City tot stand kwam en over zijn ervaringen met het werken met mensenrechtenverdedigers.

Hoe ben je in eerste instantie betrokken geraakt bij Justice and Peace en het Shelter City programma?

“Victor Scheffers, de voormalig directeur van Justice and Peace Nederland, wilde mensen in het team met een andere achtergrond dan wat je normaal bij een mensenrechten NGO zou verwachten. Dus nam hij een theoloog, een historicus en mij, een filosoof, aan. Dat was de reden dat ik betrokken raakte bij dit onderwerp. Ik begon als stagiair op het onderwerp ‘veiligheid van de mensenrechtenverdedigers’ (MRV’s) met het idee dat Shelter City binnen een aantal maanden van start zou gaan. Tijdens mijn stage heb ik een hoop interessant werk kunnen doen, maar ik heb niet aan het onderwerp veiligheid van mensenrechten gewerkt. Aan het einde van mijn stage heb ik een deal met Justice and Peace gemaakt: ik zou drie maanden betaald krijgen om het programma op te starten. Als ik dat klaar kon spelen in drie maanden, dan zou ik door mogen met het project.

Ik had heel veel geluk: een of twee weken nadat ik het contract had getekend, werd Den Haag de eerste Shelter City, en het Ministerie van Buitenlandse Zaken ondersteunde het initiatief. Die zomer (2012) hebben we onze eerste oproep voor mensenrechtenverdedigers geplaatst. We vormden een selectie comité, voorgezeten door Yvonne Donders, professor International Human Rights van de UvA. In september dat jaar arriveerde onze eerste mensenrechtenverdediger, Magamed.

Hoe heeft het programma zich ontwikkeld in die eerste jaren?

Magamed was een Russische advocaat die vrij veel aandacht van de pers kreeg. Als gevolg hiervan nam Middelburg contact met ons op, om de tweede Shelter City te worden. Daar hebben we een mooie afspraak met de universiteit kunnen maken. In Middelburg kwamen we erachter hoe logisch het eigenlijk zou zijn om samen te werken met de universiteiten. Zij kunnen namelijk niet alleen structuur, een verblijfplaats en een werkplaats voor de MRV regelen, maar de MRV kan ook colleges volgen op de universiteit. De MRV’s kunnen zich op die manier op academisch niveau bezig houden met de dingen waarmee zij op praktisch niveau werken.

We hadden bijvoorbeeld een mensenrechtenverdediger uit Zuid-Soedan, die zich bezig hield met een vredesverdrag tussen de Dinka en de Nuer. Hij hield zich al zijn hele leven bezig met dit soort mensenrechten activisme, maar hij had nog nooit de kans gehad zich te verdiepen in de juridische basis van mensenrechten: hoe is de structuur van de internationale wetgeving opgezet, hoe is het toepasbaar, etc. Iedereen die internationale betrekkingen heeft gestudeerd, weet hoe deze regels in elkaar zitten, maar als je geen opleiding hierin hebt kunnen volgen, is het niet vanzelfsprekend dat je hier kennis over hebt.

Door colleges op de universiteit te volgen, kon hij zijn kennis over de internationale wetgeving vergroten. Hierdoor kon hij zichzelf beter positioneren binnen het internationale raamwerk, maar hij kon het ook meenemen in de speeches die hij gaf in Zuid-Soedan. Tegelijkertijd kon hij aan zijn studiegenoten op de universiteit vertellen hoe het is om daadwerkelijk te leven in een land waar mensenrechten geschonden worden, en een beeld schetsen van de spanningen tussen de wetgeving en de realiteit.

Die ervaring heeft het programma grotendeels gevormd daarna. We zijn van Den Haag naar Middelburg, Utrecht, Nijmegen, Amsterdam, Groningen en Maastricht gegaan – allemaal universiteitssteden.

“Ik denk dat het de kracht van Shelter City de diversiteit van de steden is. Ze hebben allemaal hun eigen kerngroep en kunnen hun eigen programma invullen.”

Ik denk dat het interessant is dat het Shelter City Programma bijna van de steden zelf is en dat het zich daarom op verschillende manier ontwikkelt in de verschillende steden. Hoe heeft dit het programma gevormd?

Ik denk dat deze verscheidenheid de kracht van Shelter City is. Elke Shelter City heeft zijn eigen identiteit. Ze hebben een eigen kerngroep en kunnen hun eigen programma invullen. Justice and Peace ondersteunt hierin, deelt ervaringen en helpt mensenrechtenverdedigers (MRV’s) met het opbouwen van hun contacten bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het parlement. Maar het zijn de steden zelf die hun eigen identiteit bepalen en hun visie op hoe een Shelter City in elkaar zou moeten zitten. En dat resulteert in verschillende programma’s.

Bijvoorbeeld, Nijmegen heeft een goede connectie met de universiteit, maar ook met andere organisaties binnen de stad – de lokale Amnesty en Peace Talks groepen en allerlei mensen die onderdeel uit maken van het Shelter City team. Zij regelen niet alleen behuizing en scholing, maar ook een vriendengroep die activiteiten met de MRV onderneemt. Nadat we hierover hadden gehoord, hebben we dit ook met de andere steden gedeeld.

Wat waren negatieve kanten van de Shelter City, waarvan je misschien van te voren niet had verwacht dat je er mee te maken zou krijgen?

Er waren, vanzelfsprekend, een aantal problemen. Allereerst had niemand zich gerealiseerd dat het opzetten van een relocatie-programma meer vrijwilligerswerk zou zijn, dan mensenrechtenwerk. Als je begint met het opzetten van zo’n soort programma, denk je aan trainingen die gegeven moeten worden en lobbyen – wat we natuurlijk allemaal deden – maar er is een ander groot onderdeel. Het is niet alleen veel werk om de mensenrechtenverdediger hier te krijgen, maar ook om deze persoon te laten wennen aan de westerse samenleving, iets dat soms heel moeilijk kan zijn. Sommige MRV’s komen uit omgevingen waarin iemand voor hen zorgde – een familie, een vrouw. Dus zij hadden nog nooit voor zichzelf gekookt of gewassen, iets wat in Nederland wel nodig is.

Daarnaast bestaat het probleem van de psychologische hulp. Er was een mensenrechtenverdediger die in het begin heel alleen was en depressief begon te raken. Toen zijn verblijf bijna afgelopen was, veranderde de situatie in zijn land en moest hij hier blijven. Maar er was ook een nieuwe mensenrechtenverdediger die zijn plaats zou innemen. We hebben toen een klooster gevonden met drie oudere monniken, terwijl hij zelf een uitgesproken atheïst was uit een Islamitisch land.

Gelukkig hadden deze monniken veel ervaring met ontwikkelingshulp, dus ze wisten hoe het er aan toe ging buiten Europa. En dat was een magische match. Hij was erg blij met deze plek, omdat hij iets te doen had buiten zijn werkdag: er waren nu mensen met wie hij kon eten, de wereldpolitiek mee kon bespreken en hij kon meedoen in de kerstmarkt. Hierdoor werd het alsnog een heel positieve ervaring. Ze zijn nog steeds met elkaar in contact.

“Om mensenrechtenverdediger te zijn is een ding, om dit te blijven doen terwijl je je leven riskeert is een tweede. Die mensen zijn extreem gepassioneerd en gedreven.”

Is er een overeenkomst tussen de mensenrechtenverdedigers die naar de Shelter Cities zijn gekomen?

Het is een beetje cliché, maar ze hebben een bepaalde energie, en nemen geen ‘nee’ als antwoord. Om mensenrechtenverdediger te zijn is een ding, om dit te blijven doen terwijl je je leven riskeert is een tweede. Die mensen zijn extreem gepassioneerd en gedreven. In sommige gevallen, maakt dit het bijna lastig om hen allemaal in een relocatie-programma te hebben, want als jij ‘nee’ zegt, zeggen zij altijd ‘jawel, ik wil het, en je regelt het maar’. Ze hebben enorme energie. Zij zijn de mensen die de verandering mogelijk maken. Ik denk dat de meesten van hen dat ook weten en dat ze daarom nooit zullen stoppen met dit gevecht. Dat is denk ik de overeenkomst die je bij mensenrechtenverdedigers in gevaar over de hele wereld zal tegenkomen.

“Shelter City en de trainingen die hieraan verbonden zijn, spelen een hoofdrol in het verbeteren van de veiligheid en effectiviteit van de MRV’s.”

Ik denk dat we in het Westen vaak vergeten dat ook onze maatschappij alleen zo is zoals het is, omdat er mensenrechtenactivisten zijn geweest die het zo hebben gevormd. Er wordt aangenomen dat het een natuurlijk proces is, maar eigenlijk is het een groep mensen die constant verandering afdwingt.

De tegenstand tegen mensenrechtenverdedigers wordt steeds beter georganiseerd. Dat zie je binnen Europa, zelfs in Nederland. NGO’s die iets willen veranderen aan de status quo, krijgen vaak geen geld meer van de overheid. En dit gebeurt steeds vaker. Ik denk dat we veel van mensenrechtenverdedigers kunnen leren in dat opzicht: we kunnen hen ondersteunen omdat zij de waarheid aan het licht brengen, iets dat we in Europa soms lijken te zijn vergeten. Ik denk dat we de illusie hebben dat als je opgegroeid bent in het Westen, dat het een ver van je bed show is, maar niets is minder waar.

“En terwijl ik het overpeinsde realiseerde ik me dat veel mensen in het Westen de effectiviteit van de mensenrechtenverdedigers betwijfelen. Maar mensen als Poetin of Mugabe weten wel beter.”

Het klinkt alsof het verdedigen van mensenrechten een strijd zonder eind is.

Ik heb soms het gevoel alsof het een ideologische strijd is en dat het altijd door zal blijven gaan. We moeten er moeite in blijven steken: ik denk dat de mensenrechtenverdedigers dit doen. Zij laten ons zien dat we door moeten blijven gaan. Als je het tegen een Nederlander (zelfs beleidsmakers) over Shelter City hebt, wordt er vaak gevraagd “hoe veel kan één persoon nou bewerkstelligen?” en “hoe effectief is één persoon?”.  Deze vraag heb ik vaak gekregen.

En terwijl ik daar over na dacht realiseerde ik me dat veel mensen in het Westen de effectiviteit van mensenrechtenverdedigers betwijfelen. Maar mensen als Poetin of Mugabe weten wel beter. Zij stoppen meer moeite, geld en mensen in het voorkomen en tegenwerken van het werk van MRV’s dan ooit tevoren. Dat is een sterk argument en een voorbeeld dat het wel degelijk zin heeft.

In hoeverre denk je dat Shelter City de mensenrechtenverdedigers helpt in het organiseren van hun activiteiten en het voorbereiden op deze groeiende en veranderende uitdagingen?

Deze MRV’s bouwen echt een netwerk op dat ze kunnen gebruiken als ze terug zijn. Ook krijgen ze door de trainingen een beter overzicht over hoe ze hun werk veiliger en beter kunnen blijven uitvoeren. We hebben een aantal duidelijke voorbeelden van de trainingen over veiligheid en digitale veiligheid, of van het netwerk dat iemand heeft opgebouwd, die een grote rol hebben gespeeld in het verbeteren van de veiligheid van de MRV. Ik denk dat Shelter City en de trainingen die er aan verbonden zijn een hoofdrol spelen in het verbeteren van de veiligheid en effectiviteit van die mensenrechtenverdedigers.

Hoe hebben de MRV’s bijgedragen door middel van hun eigen ‘ter-plaatse’ ervaring?

Ik denk dat door de manier waarop Shelter City en de trainingen waren gestructureerd, wij ook direct een hoop van de MRV’s konden leren.  Bijvoorbeeld, de eerste digitale veiligheidstraining is opgezet door een Pakistaan die daar een digitale veiligheid NGO had, hij heeft daar invulling aan gegeven. Het team van Justice and Peace kan de dingen die goed werken oppakken en hun kennis daarover verspreiden in de rest van het programma. Dit werkt andersom ook. Bijvoorbeeld, een MRV die haar tijd bij Shelter City in Middelburg heeft doorgebracht, startte in Tbilisi, Georgië haar eigen Shelter City. Dit is erg succesvol gebleken!

Waar heb je je mee bezig gehouden na je werk aan Shelter City bij Justice and Peace?

Ik ben in 2015 naar ProtectDefenders.eu gegaan, een Europees mensenrechtenverdedigersplatform. Het is een consortium van 12 mensenrechten NGO’s, die samenwerken aan de veiligheid van mensenrechtenverdedigers wereldwijd. Ik was de coördinator van het EU tijdelijke relocatie platform, een platform met verschillende shelter programma’s wereldwijd. Daar heb ik geprobeerd om verschillende van deze programma’s aan elkaar te koppelen en om nieuwe relocatie programma’s te ondersteunen: eigenlijk nieuwe ‘Shelter Cities’ buiten Nederland. We hebben bijvoorbeeld met Tbilisi samengewerkt en we waren betrokken bij het opzetten van een programma in Costa Rica en kijken we naar opties in Afrika. Buiten het delen van de beste manieren om dit te doen en het geven van advies over hoe je een relocatieprogramma op kan starten, geven we ook financiële hulp, een van de basisbenodigdheden van zo’n programma.

De laatste zes maanden ben ik hoofd van het secretariaat van ProtectDefenders.eu geweest, dus ik werk momenteel niet aan de relocatie, maar ik manage het hele consortium en de samenwerking van de 12 NGO’s. Ik hou me ook bezig met noodhulp, training, veldmonitoring, procesmonitoring, etc.

“MRV’s werken voor sociale verandering en de implementatie van mensenrechten en voor een meer transparante, democratische en veiligere omgeving.”

Wat heb je geleerd van de mensenrechtenverdedigers die je hebt ontmoet in de afgelopen jaren?

Hun onkunde om tot compromissen te komen, hun vermogen om te lachen in het gezicht van het gevaar, hun vermogen om hun werk, hun doelen en hun familieleven voort te zetten terwijl ze blootgesteld zijn aan dit gevaar. Dat geeft enorme inspiratie en is de reden dat ik door ben gegaan in dit werk. Shelter City gaf mij niet alleen het inzicht dat deze mensen enorm belangrijk werk verzetten en dat ze enorme energie en macht hebben en dat we hen dus moeten ondersteunen in hun werk, maar het gaf mij ook het inzicht dat zonder deze mensen er geen mensenrechtenwerk is.

Je hebt juist deze mensen ter plekke nodig. Zij zijn degenen die het echte werk doen en het enige dat we voor hen kunnen doen is materiaal, geld en opties (bijv. tot leren) leveren die hen helpen veiliger en efficiënter te werk te gaan. We kunnen nog steeds het traditionele ontwikkelingswerk doen, maar als je echte sociale verandering door wil voeren en mensenrechten wil implementeren, heb je mensenrechtenverdedigers nodig. Ook voor een meer transparante, democratische en veilige omgeving. Zij zijn ‘the agents of change’, zij zijn degenen die het volk dwingen om te reflecteren en te denken: ‘is dit de manier waarop we ons leven willen leiden of niet?’.

Het moet bottom up gaan.

[Dit interview is bewerkt voor lengte en duidelijkheid]