Irwin, creëert de ruimte voor civil society in Burundi
Geschreven door: Esther ten Zijthoff
Bewerkt door: Justice and Peace
Foto boven: Paula Wielders
“Ik wilde dat ik van tevoren had geweten wat mij te wachten stond, dan had ik gezegd, ‘Nee, nee, ik wil me niet met activisme bezighouden.’ Dat is hoe het is.”
Irwin Iradukunda (@IrwinIradukunda) omschrijft zijn gang naar mensenrechtenactivisme in Burundi als onopzettelijk. “Ik zou zeggen dat ik er per ongeluk in terecht ben gekomen,” legt hij uit. Hij vertelt het verhaal van één van zijn vrienden, een Burundiër die uit dezelfde woonplaats, Bujumbura, kwam en daar als artiest werkte. Zijn vriend werd steeds vaker geconfronteerd met beschuldigingen van homoseksualiteit, een aanname puur gebaseerd op zijn gedrag. In een land waar homoseksualiteit illegaal is en waar het bestaan ervan tot voorkort werd ontkend, resulteren dit soort aantijgingen in sociale druk, intimidatie en uitsluiting.
[1] Uiteindelijk werd Irwins vriend gedwongen om het land te ontvluchten. Hij liet zijn familie achter en woont tot op de dag van vandaag nog steeds in Europa. “Door die gebeurtenis begrijp je pas echt wat onrecht is en hoe dit iemands leven kan beïnvloeden,” vertelt Irwin. De ervaring dreef hem er in januari 2011 toe om vrijwilligerswerk te gaan doen bij het allereerste gemeenschapscentrum in de Rohero regio in Burundi, hij was toen 19 jaar. “Dat is in het kort hoe het allemaal begonnen is.” Irwin, inmiddels 27, heeft de afgelopen acht jaar gewerkt met ngo’s en sociale ondernemingen. Zijn werk is veelzijdig. Hij omschrijft het als volgt, “mijn profiel is vrij divers, maar het werk dat ik dagelijks doe ligt gevoelig, zeker in dit land waar mensen de taal van mensenrechten niet willen spreken.”
Klik hier om het hele verhaal van Irwin te lezen (in het Engels)
[1] Homoseksualiteit is sinds 2009 illegaal verklaard in Burundi. Er staan gevangenisstraffen van twee tot drie jaar op en een boete van 50.000-100.000 Burundische franken (gelijk aan 24 tot 48). Het homohuwelijk wordt niet erkend en is zelfs verboden in de grondwet van Burundi.